Eerdere post
Vandaag een bericht over de jaarruimte berekenen en hoe je zelf voor een aanvulling op je pensioen kunt zorgen. Eerder schreef ik een bericht over pensioenbeleggen. Daarin belicht ik wat het is, wanneer je dat kan doen, enkele voorwaarden, de voordelen en nadelen etc.
Lees dat bericht eerst als je meer wilt weten over (extra) inleggen voor je pensioen.
Even vooraf:
Ik ben geen financieel adviseur, en dus ook niet jou financieel adviseur. Ik ben geen financiële professional. Dit blog is voor amusementsdoeleinden.
Jaarruimte
Als je in loondienst werkt dan bouw je waarschijnlijk (maar niet altijd) pensioen op via je werkgever. Als ZZP’er moet je dat zelf regelen. Ik richt me vandaag op werken in loondienst. Als je ZZP’er bent raad ik je aan om hierbij advies in te winnen bij een financieel adviseur. Er zijn regels voor vanuit de belastingdienst hoeveel je per jaar aan pensioen mag opbouwen met belastingvoordeel. Je betaald geen inkomstenbelasting over je inleg in een pensioenfonds of een lijfrenteverzekering. Soms bouwt je werkgever wel pensioen voor je op maar benut niet het hele bedrag. In dat geval heb je jaarruimte over. Het bedrag wat daar uitkomt kan je zelf in een lijfrenteverzekering stoppen. Over dat bedrag krijg je de loonbelasting terug. Daarvoor moet je aan het einde van het jaar belastingaangifte doen.
Bij de hand
Houd om je jaarruimte te berekenen wat gegevens bij de hand. Je hebt nodig: je jaarinkomsten uit werk van het voorgaande jaar en de Factor A. De factor A geeft aan hoeveel ouderdomspensioen je in dat jaar hebt opgebouwd.
Je mag dit doen voor jaarruimtes tot 7 jaar geleden. Al die jaarruimtes bij elkaar noem je de reserveringsruimte. Als je dit jaar nog een lijfrenteverzekering afsluit, mag je dus nog zoveel inleggen als je totale reserveringsruimte. Als je een deel inlegt, gebruik je als eerste de jaarruimte van 2014 op en dan de jaarruimte van 2015 etc.
Een voorbeeld. Je jaarruimte ziet er bijvoorbeeld zo uit voor de afgelopen 7 jaar:
Jaar | Jaarruimte in euro’s |
2020 | 343 |
2019 | 567 |
2018 | 112 |
2017 | 0 |
2016 | 0 |
2015 | 780 |
2014 | 560 |
Als je dit jaar €1000 inlegt dan heb je de jaarruimte van 2014 helemaal benut en een deel van 2015. Over 2015 houd je nog €780-€440 = €340 aan jaarruimte over.
Waarom nu?
December is bij uitstek de maand om je (extra) pensioen in te leggen. Dan kan je nog mooi de jaarruimte van 2014 meenemen. Dit kan je berekenen via de website van de belastingdienst.
Ingewikkeld? De verschillende lijfrenteverzekeringen hebben allemaal zo hun eigen tool waar je de jaarruimte kan berekenen. Zelf vond ik die van brightpensioen handig.
Inkomsten terugvinden
Je bruto inkomen uit werk en andere vormen van inkomsten zijn terug te vinden in de belastingaangifte van het jaar waarin je zoekt. Op de website van de belastingdienst zijn die terug te vinden tot 2016. Misschien heb je die van langer geleden nog wel op papier. Als dat niet zo is, bel met de belastingdienst. Zij kunnen de bedragen zo voor je opvragen en benoemen.
Factor A terugvinden
Je factor A is te vinden in het jaarlijkse pensioenoverzicht van het pensioenfonds waar je bent aangesloten. Eerlijk is eerlijk, dit is slecht te vinden. Er is per jaar een document genaamd UPO van je pensioenfonds. Daar moet het in staan. Waar dit staat is per fonds verschillend. Ik heb bij meerdere pensioenfondsen pensioen opgebouwd en dit was wel een lastige zoektocht. Maar de doorzetter vind het wel.
Huiswerk 1 – jaarruimte berekenen
Wil je (extra) inleggen op je pensioen dan heb je dus wel wat huiswerk te doen. Het vergt echt wel wat tijd en inzet om dit goed te regelen. Betrek eventueel je financieel adviseur in het verhaal. Zeker als je veel jaarruimte over hebt.
Ik ben mijn jaarruimte gaan berekenen. Zo heb ik zelf een gemiddelde jaarruimte van ca. €330. Als je ook op zoiets uitkomt kan je overwegen zelf nog wel inleggen als je je er comfortabel bij voelt. Mocht je rendement dan niet optimaal zijn, dan verlies je er nooit heel veel aan.
Huiswerk 2 – hoe wil je het inzetten
Ook moet je beslissen of je je geld wild sparen, beleggen of als ZZP’er pensioen wilt opbouwen. Meestal is beleggen (als je in loondienst bent) de beste optie als je voor hoger rendement wilt gaan. Pensioensparen is een optie met minder risico. Het rentepercentage staat vast, net als op de spaarrekening. Dit is verstandiger als je dichter bij je AOW zit. Mocht er een aantal jaren van tegenvallende rendementen zijn, heb je met je spaarpensioen in ieder geval een vaste rente.
Als je AOW nog ver weg is dan kan het zinvol zijn om alsnog voor beleggen te gaan ondanks het risico. Stelregel hierbij is, hoger risico maar een grotere kans op winst (High risk, high reward). Dit omdat op de lange termijn de beurzen (tot nu toe) altijd wel weer herstellen na een tegenvallende tijd. Gezien je nog lang niet aan de AOW leeftijd toe bent, trekt de markt waarschijnlijk wel weer bij voordat je laat uitkeren.
Huiswerk 3 – welke verzekeraar kies je
Dan kies je een lijfrente verzekeraar waar je je jaarruimte naar kan overmaken. Vind je zelf beleggen leuk? Dan kan een verzekeraar met veel keuzevrijheid in fondsen iets voor je zijn. Snap je er niks van? Als er minder te kiezen is (bijvoorbeeld alleen offensief, gemiddeld of defensief) hoef je alleen je risicobereidheid te bepalen. Zoek dus een verzekeraar die bij je past.
Waar moet je nog meer op letten?
Het is belangrijk om de kosten te vergelijken. Bij sommige verzekeringen betaal je aansluitkosten, bij andere een soort abonnement, weer bij andere een percentage van de inleg of een percentage van het totaal. Bij sommige zelfs een combinatie. Het uiteindelijke rendement kan nogal verschillen door zulke kosten.
Let bij het aangaan van een lijfrenteverzekering op de voorwaarden. Hoe kan je verzekering uitgekeerd worden en wat gebeurt er mee als je komt te overlijden voordat je AOW leeftijd is aangebroken zijn dingen om op te letten. Wat kost het om te laten uitkeren is ook zo’n dingetje. Je moet je eigen geld gaan aankopen. Daarvoor kan je bij het aanbreken van je AOW gaan shoppen. Meestal kosteloos wordt je opgebouwde vermogen overgemaakt naar een uitkerende partij. Zij regelen dan dat je elke maand een uitkering uit de verzekering krijgt. Daar betaal je uiteraard voor.
Let in het speciaal op de voorwaarden als je eerder wilt beginnen met opnemen. Want als je voor de start van je AOW al wilt laten uitbetalen, zitten daar haken en ogen aan. Meestal is het niet onmogelijk.
Leuker kunnen we het niet maken.
Als je besluit je jaarruimte te benutten en je maakt geld over naar je lijfrente verzekering is het van belang dat je dit ook aangeeft in je belastingaangifte. Dan krijg je het teveel betaalde loonbelasting terug. Dat is een van de weinige redenen (naast de vermogensrendementsheffing) waarom inleggen op je lijfrente interessanter kan zijn dan beleggen. Vergeet die stap dus niet.
En, ga je nu ook je jaarruimte en reserveringsruimte berekenen? En als blijkt dat je ruimte hebt, ga je dan ook een lijfrente verzekering aan? Laat het me weten!
En onthoud:
Ik ben geen financieel adviseur, en dus ook niet jou financieel adviseur. Ik ben geen financiële professional. Dit blog is voor amusementsdoeleinden.
Tot de volgende keer,
Elske
2 reacties
Pingback:
Pingback: