In het vorige bericht heb ik geschreven over de drie pensioenpijlers. Drie manieren waarop je kunt sparen voor je pensioen, aangemoedigd door de overheid. Lees het volledige bericht hier.
Daar sprak ik ook over twee extra manieren om extra goed voor je toekomstige zelf te zorgen. Niet aangemoedigd door de overheid… Lees snel verder om te ontdekken welke manieren goed zijn om voor jezelf te zorgen als je stopt met werken.
De vierde pijler: Zelf sparen.
Je kunt natuurlijk zelf een vermogen bij elkaar sparen om te gebruiken nadat je stopt met werken.
Daar zitten een aantal voordelen aan
Er zijn geen regels aan de opname of uitbetaling van je geld. AOW krijg je vanaf een door de overheid bepaalde leeftijd. Ook je pensioen krijg je op (of rond) dezelfde tijd. Hier is soms nog een jaartje of twee mee te spelen. Zelfs de derde pijler, de door jezelf bij elkaar gespaarde lijfrente, is leeftijdsgebonden.
Als je zelf spaart dan ben je helemaal vrij in wat je met je geld doet. Wil je al het geld in één keer gebruiken, prima. Wil je elke maand een deel op je betaalrekening laten storten? Lekker doen. Als je eerder wilt stoppen met werken is het dus essentieel om zelf pensioen bij elkaar te sparen zonder het via de drie pensioenpijlers te doen.
Manieren van sparen
Dit sparen kan je op veel manieren aanpakken. Sparen is er één, maar door de lage rente en de inflatie is het eigenlijk zonde om veel spaargeld te hebben. Ik zou zeker een buffer aanhouden. Als de buffer vol genoeg is kan je gaan kijken naar andere manieren zodat je geld niet door de inflatie verdampt.
Een andere mogelijkheid is beleggen. Zelf beleg ik in indexfondsen. Weinig risico, wel een grote kans op rendement (er is wel een risico want beleggen brengt risico’s met zich mee). Meer weten over indexfondsen? Hierbij een linkje met uitleg wat het is en hoe je het koopt.
Ook valt te denken aan edelmetalen of obligaties. Beiden zijn redelijk waardevast en stabiel. Ze dalen dus weinig bij een economische daling. Ook stijgen ze niet zo hard mee als het wel goed gaat met de economie. Soms laten ze zelfs een milde tegenovergestelde trend zien. Als beleggingen het slecht doen gaat het vaak weer iets beter met goud bijvoorbeeld.
Wat mij betreft is een mix van deze strategieën goed. Hoe de verdeling is hangt af van hoeveel risico je bereid bent te nemen. Meestal betekent meer kans op rendement ook een groter risico. Het risico is dan dus dat je investering minder waard wordt.
Nadelen van sparen
Er is geen belastingvoordeel. Je betaalt zelfs vermogensbelasting als je meer vermogen hebt dan €50.000,- (2022). De eerst drie pijlers hebben belastingvoordeel doordat ze niet mee worden gerekend als vermogen in Box 3. Over inkomen wat je laat uitkeren vanaf de AOW leeftijd hoef je ook minder inkomstenbelasting te betalen. Als je zelf spaart en je geld pas uitgeeft na je AOW leeftijd, heb je dus mogelijk meer belasting betaald.
Hier nog even het tabelletje van de inkomstenbelasting:
Schijf | Belastbaar inkomen | Percentage |
1 | tot € 69.399 | 37,07% |
2 | vanaf € 69.399 | 49,50% |
Schijf | Belastbaar inkomen | Percentage |
1 | tot € 36.410 | 19,17% |
2 | vanaf € 36.410 tot € 69.399 | 37,07% |
3 | vanaf € 69.399 | 49,50% |
De vijfde pijler. Vastgoed.
Als je er warmpjes bij wilt zitten op je oude dag denk dan eens aan vastgoed. Dat kan je eigen huis zijn wat tegen de tijd dat je ‘oud’ bent is afbetaald. Zo heb je relatief lage lasten. Je betaalt geen hypotheek meer, enkel nog de energie, belastingen en het onderhoud. Lagere lasten betekent meer geld over voor leuke dingen! Of natuurlijk eerder stoppen met werken of minder geld nodig hebben om met pensioen te kunnen. Lagere vaste lasten is dus nooit een verkeerd idee.
Nog een mogelijkheid is vastgoed voor de verhuur. Dit vergt ook wat hoofdpijn (huurders, onderhoud etc.) maar levert je een vrij stabiel inkomen op. Als je de uren gespendeerd aan huurders vinden en onderhoud zou vergelijken met je uurloon in loondienst levert het op de lange termijn waarschijnlijk een stuk meer op.
Lees het boek ‘Koop je rijk’ van Myrthe de Groot om er achter te komen dat je helemaal niet super veel geld nodig hebt om te beginnen met beleggen in vastgoed.
Je hoeft natuurlijk niet meteen een compleet huis te kopen om te verhuren. Een garagebox of vakantieverblijf kennen bijvoorbeeld een lagere investering.
Conclusie
Dat waren ze! De vijf pensioenpijlers. Zoals je merkt zijn er drie van de vijf die niet vanzelf gaan. En als je geen pensioen opbouwt via de werkgever dan is er zelfs maar één die vanzelf gaat. De AOW.
Wat je ook merkt is wat je ook regelt, het duurt lang om voor een goed pensioen te zorgen. Als je nu gemakkelijk iets kon doen om over 10 jaar rijk te zijn had iedereen het wel gedaan.
Hoe eerder je begint, des te langer heeft je geld de tijd om meer waard te worden. Dus nadat je dit hebt gelezen, ga aan de slag en zorg goed voor je oude zelf! Je hebt het verdient!
Waar zet jij vol op in?
Tot de volgende keer!
Elske